Corona heeft noodgedwongen tot allerlei onderwijsinnovaties geleid. Wat zijn de opbrengsten hiervan? En waar zitten de knelpunten om die opbrengsten duurzaam in praktijk te brengen? Tijdens een bijeenkomst van de MBO Brigade kwamen twee voorbeelden voorbij. ROC A12 presenteerde zijn ‘onderwijscode’. MBO Amersfoort ging in op de mogelijkheden van digitaal examineren. Een verhaal over kansen en uitdagingen.

Na een korte introductie door Rini Romme namens de MBO Brigade, start Mattijs Bron (beleidsadviseur onderwijs bij ROC A12) met zijn verhaal. ‘Ook voor corona waren wij al volop bezig met onlineonderwijs. Die ontwikkelingen zijn in een stroomversnelling gekomen. We hebben het een en ander vastgelegd in een onderwijscode voor flexibel onderwijs.’ Binnen de code is aandacht voor blended leren (de mix van fysiek en onlineonderwijs) maar ook voor socialisatie en persoonsvorming. Vooral de laatste twee zijn online lastiger. Mattijs Bron: ‘Voor ons staat voorop dat we een rijke leeromgeving voor studenten bieden. Digitaal onderwijs kan daarin een rol vervullen maar wel naast socialisatie en persoonsvorming, dat vooral offline plaatsvindt. De noodzaak van borging van de begeleiding en ondersteuning van studenten bij socialisatie en persoonsvorming is wat ons betreft één van de belangrijkste lessen van corona.’

Flexibiliteit

Met de onderwijscode wil ROC A12 onderwijsteams uitdagen met concrete beelden, vertelt Bron. ‘Tijdens corona zagen we dat naast persoonlijke ondersteuning ook flexibiliteit belangrijk is. Studenten leren op een verschillende manier in een verschillend tempo. Dat betekent iets voor de vorm en de inhoud van wat ze leren. De benodigde flexibiliteit is een uitdaging voor teams. Sommige teams hebben daar al een antwoord op, andere nog niet.’ Flexibel onderwijs heeft ook grote gevolgen voor examinering en roostering: enigszins paradoxaal; voor flexibel onderwijs is standaardisatie noodzakelijk. Ook bij ROC A12 leven nog de nodige vragen: ‘Welke kaders hebben we nodig? Wat is de meerwaarde voor studenten; hebben die hier behoefte aan en lukt het om teams goed mee te nemen? De aanwezigen herkennen de dilemma’s die Bron schetst. Op veel plekken wordt er met flexibel onderwijs geëxperimenteerd − onder meer bij ROC van Amsterdam, Aventus, KW1C en MBO Amersfoort. Alle antwoorden op de uitdagingen die al die flexibiliteit met zich meebrengen, voor planning, roostering en examinering zijn er nog niet.

Valideren

Na een korte pauze komt Jos van Odijk, Beleidsadviseur onderwijs en ontwikkeling bij MBO Amersfoort, aan het woord. Zijn verhaal draait om valideren als alternatief voor examineren. Ook deze ontwikkeling is door corona in een stroomversnelling gekomen. De basis is onderzoek naar wat nodig is om te functioneren als beroepsbeoefenaar. Jos van Odijk: ‘In het onderwijs zijn we gewend naar een einde toe te werken: het examen. Maar de focus kan ook liggen op onderwijs en ontwikkeling: valideren. Waarom zou je nog moeten examineren als je hebt laten zien dat je het kan?’ Dat geldt volgens hem zeker voor onderwijs aan volwassenen. ‘Als je 30+ bent, heb je al een flinke hoeveelheid kennis en competenties vergaart. Dan is het belangrijk om voor aanvang van een opleiding of een module te kijken naar wat iemand al wél kan. Om vervolgens te kijken welke competenties ontbreken, altijd vanuit de lerende driehoek: studenten in dialoog met school en bedrijfsleven’

Terug naar de bedoeling

Jos van Odijk onderstreept zijn punt met een aantal filmpjes waarin de nadruk steeds op een ander aspect van valideren ligt. Zo komt de uitdaging voor de logistiek voorbij, het doorlopend bijhouden van de ontwikkeling van de student in een digitaal portfolio dat door verschillende docenten of instructeurs bekeken wordt (‘hoe meer pixels in een foto, hoe beter de foto’) of de mogelijkheid om met een GoPro actiecamera praktijkopdrachten te filmen. Van Odijk: ‘Met ons lerend netwerk zijn we op zoek naar betere manieren om het onderwijs terug te brengen naar de bedoeling: ontwikkelen en voorbereiden op de uitoefening van het vak. Ook hier zijn nog de nodige uitdagingen, want voor praktijkonderwijs werkt het misschien goed, maar hoe zit het met de algemene delen? En wat doe je met burgerschap?‘ In eerste instantie is de methode vooral bedoeld voor het volwassenenonderwijs, maar Van Odijk denkt dat ook jongeren ervan kunnen profiteren.

Meer weten over digitaal examineren?

  • Kijk op https://mbo.lesopafstand.nl/
  • In het netwerk ‘Examinering en Digitalisering’ delen experts rondom examinering en informatiemanagement kennis met elkaar. Meer weten? Neem dan contact op met info@kennispuntmbo.nl.