Op 18 februari vond een nieuw webinar onder de vlag van de MBO Brigade plaats. In een bijeenkomst, die in samenwerking met mboRijnland tot stand kwam, stond gepersonaliseerd leren centraal. Een onderwerp met veel kansen en uitdagingen.

De animo was groot. Zo bleek al in de aanloop naar de bijeenkomst. Het maximaal aantal inschrijvers van 250 was in een mum van tijd bereikt. Het is dan ook een van de “hot topics” binnen het mbo. Na een korte introductie van Maartje Vedder (OCW) starten Klaske Apperloo (mboRijnland) en Marcel van Assen (hoogleraar operations management) het plenaire deel van het webinar. Van Assen bijt het spits af met een inleiding over het spanningsveld tussen maatwerk en standaardisatie. ‘Gepersonaliseerd leren betekent meer maatwerk. We willen graag dat studenten in hun eigen tempo en op hun eigen niveau aan de slag kunnen met hun persoonlijke leerdoelen. Maar dat staat snel op gespannen voet met het betaalbaar en realiseerbaar houden van het onderwijs.’

Vier vormen

Grofweg zijn er vier vormen van gepersonaliseerd leren, waarbij de variatie en de hoeveelheid maatwerk toeneemt, en daarmee ook de druk op het (onderwijs)systeem, stelt Van Assen. ‘De eerste is “vertragen en versnellen” binnen een opleiding, de tweede is “verdiepen en verbreden” binnen een instelling, ten derde is er “configuratie kiezen”. Volledig vrij “sprokkelonderwijs” sluit de rij.’ Van Assen pleit ervoor dat scholen eerst bepalen welk doel zij nastreven met hun gepersonaliseerd onderwijs. Om vervolgens te analyseren wat de verschillende vormen betekenen voor ‘studeerbaarheid, doceerbaarheid, haalbaarheid en betaalbaarheid’ van het onderwijs.

Vertragen en versnellen

Klaske Apperloo vertelt vervolgens dat mboRijnland heeft gekozen voor vertragen en versnellen: ‘Bij ons zijn er vier momenten van instroom en uitstroom, vier intakegesprekken en vier diplomeringsmomenten. Studenten komen dagelijks – in elk geval meerdere keren per week – in een basisgroep bijeen met een studieloopbaanbegeleider. Iedere student volgt verder zijn eigen rooster. Dat rooster is juist standaard, anders is het niet te organiseren. De begeleider fungeert ook als coach. Iedere week bespreekt hij of zij met de student de leerdoelen van komende en afgelopen week.’

Enthousiast

‘Studenten zijn enthousiast’, vervolgt Apperloo. ‘Ze kunnen presteren op het niveau dat bij hen past en ze zijn meer eigenaar van hun studievoortgang, meer bewust van hun eigen invloed op succes.’ Gepersonaliseerd leren past in het moderne onderwijs volgens Klaske Apperloo. ‘Er zijn tegenwoordig meer mogelijkheden voor plaats- en tijdonafhankelijk leren, blended education en hybride onderwijs. Met al die opties is het essentieel dat je goede keuzes maakt zodat het haalbaar en betaalbaar blijft.’ Maar zo sluit ze af: ‘Reduceren van kosten is zeker niet het doel, het gaat ons om optimaal onderwijs’.

Transitie

De deelnemers gaan vervolgens uiteen in vier deelsessies. Twee daarvan houden zich bezig met de transitie naar gepersonaliseerd onderwijs en wat dat betekent. Gepersonaliseerd leren is in elk geval niet hetzelfde als individueel leren, komt naar voren: scholen hoeven onderwijs niet op individueel niveau te organiseren. Het kan wel het startpunt zijn van een ‘transitie van top-down naar bottom-up-onderwijs’, zegt adviseur Dennis van Oeveren. ‘Start bij de leervraag van studenten, en koppel ze aan elkaar op basis van gedeelde leervragen. Dan heb je ook groepen (klassen), maar die komen tot stand vanuit die leervraag en niet omdat studenten toevallig in hetzelfde jaar aan een opleiding beginnen.’

Uit de goede voorbeelden die deelnemers hebben gedeeld over het gepersonaliseerd leren blijkt vooral: bij het zetten van de eerste stappen naar gepersonaliseerd onderwijs leiden er meer wegen naar Rome. De deelnemers die goede voorbeelden gedeeld hebben zijn op hun scholen al een aantal jaren bezig zijn met de transitie van klassikaal leren naar gepersonaliseerd leren en zijn hier voorlopig ook niet klaar mee. Het vereist vanuit scholen en onderwijsteams dan ook tijd en inspanning om de transitie naar gepersonaliseerd leren waar te maken, maar het is zeker mogelijk!

Urennorm

Een kwantitatieve urennorm verhoudt zich slecht met gepersonaliseerd onderwijs. Die conclusie trokken de deelnemers aan de sessie over begeleide onderwijstijd. Bij gepersonaliseerd leren doen onderwijsteams een beroep op de intrinsieke motivatie van de student. Intensieve coaching door betrokken docenten is cruciaal. Het onderscheid tussen begeleide onderwijstijd op school en uren voor beroepspraktijkvorming is bovendien vaak kunstmatig. Hoewel scholen ruimte hebben om af te wijken van de urennorm, worstelen veel onderwijsteams hiermee. Veel onderwijsteams zouden een andere insteek bij de urennorm zeer verwelkomen, het maakt het organiseren van gepersonaliseerd onderwijs makkelijker. Daarbij zou de kwaliteit van de begeleiding en het optimaliseren van de leeropbrengsten centraal moeten staan volgens de aanwezigen. Het goede nieuws is dat minister Van Engelshoven onlangs heeft aangekondigd te onderzoeken of de regels voor de urennorm moeten worden aangepast. Daarnaast deed het ministerie van OCW de oproep om ook nu al de ruimte die er wel is, zo goed mogelijk te benutten. Bijvoorbeeld op de manier waarop mboRijnland dit doet, waarbij – in overleg met de Inspectie – niet per uur maar per dagdeel de BOT-uren worden geregistreerd.

Digitalisering

De laatste deelsessie heeft digitalisering als thema. Digitalisering is een voorwaarde voor een goede organisatie van gepersonaliseerd leren, is daar de boodschap. Digitaal onderwijs voldoet bovendien aan een behoefte van studenten en maakt tijd- en plaatonafhankelijk leren makkelijker. Maar ook in deze sessie is de conclusie helder: een goede begeleiding door een studiecoach is cruciaal om te voorkomend dat studenten gaan zwemmen.