Begin maart organiseerde onderwijsinnovator Frank van den Ende twee bijeenkomsten over onderwijstijd. Een en andere heeft nu geleid tot drie concrete aanbevelingen.

Begin maart organiseerde onderwijsinnovator Frank van den Ende twee bijeenkomsten over onderwijstijd. Afgevaardigden van ruim veertig mbo-scholen hebben daar knelpunten rond onderwijstijd besproken. Een verslag van de bijeenkomst in Arnhem treft u hier aan. Op basis van de bijeenkomsten zijn voorstellen voorgelegd aan meer dan 300 docenten. Dat heeft geleid tot drie concrete aanbevelingen op het gebied van onderwijstijd:

1. Kwaliteit boven kwantiteit
Kom los van een landelijk vastgesteld aantal uren. Ga uit van de kwaliteit en de persoonlijke leerbehoefte van de student. Laat de opleidingen/sectoren in samenspraak met het beroepenveld kaders stellen voor het gemiddeld aantal uren dat benodigd is om een opleiding af te ronden. In het kader van maatwerk zou hier door individuele studenten van afgeweken moeten kunnen worden. Hierin zouden einddoelen en het behalen van deze einddoelen leidend moeten zijn voor de beoordeling van de kwaliteit van de opleiding. Niet het aantal uitgevoerde uren.

2. BOT vs BPV
Spreek over onderwijstijd en laat opleidingen zelf bepalen hoe zij deze verdelen over BOT en BPV. Een minimaal percentage aan BOT-uren en BPV-uren dat een student moet lopen alvorens hij zijn opleiding heeft afgerond is hierin wel goed denkbaar. Afspraken over deze verhoudingen kunnen meegenomen worden in het overleg met het beroepenveld zoals genoemd in punt 1.

3. Digitale onderwijsvormen en onderwijstijd
Zorg voor duidelijkheid omtrent digitale vormen van leren zoals e-learning en afstandsonderwijs. Op welke manier kunnen deze meetellen als onderwijstijd?

Initiatiefnemer Frank van den Ende wil deze aanbevelingen aan het ministerie voorleggen. Hij is hiervoor ook een petitie gestart, die hier ondertekend kan worden.